Volkskrant opinie, 24 maart 2021
In een wereld waarin we steeds meer digitaal beleven, is er binnen het kunsthistorisch onderzoek een groeiende waardering voor het materiële object. Het televisieprogramma Het geheim van de meester onderstreept dit belang voor een breed publiek: onderzoek naar de verf, de techniek van de kunstenaar en de restanten van restauraties zijn de sleutel naar kennis over het leven van een kunstwerk. Zo wordt de ontwikkeling van een kunstwerk, van de geboorte in het atelier tot haar oude dag in het museum of in een privécollectie, uit de doeken gedaan.
Het object en de online wereld vinden elkaar in de digitale en technische kunstgeschiedenis. Een 3D-scan van een schilderij maakt het bijvoorbeeld mogelijk op microniveau de barstjes in de verf te onderzoeken en door macro-XRF (röntgenonderzoek) kunnen de bestanddelen van verven van oude meesters worden achterhaald.
De digitalisering van een kunstwerk biedt daarnaast nog een tweede voordeel. Door een driedimensionale scan te maken van een kunstwerk, wordt een exacte momentopname van de fysieke vorm van het werk zeker gesteld voor latere generaties. Zo worden kwetsbare kunstwerken voor de eeuwigheid bewaard.
394.000 dollar
Digitalisering is echter niet alleen een onderzoeksmiddel, maar ook een zeer lucratief verdienmodel gebleken. Onlangs werd een zeefdruk uit de serie Morons van graffitikunstenaar Banksy door het anonieme collectief BurntBanksy in brand gestoken. Dat werd gefilmd, op YouTube geplaatst. Vervolgens werd de unieke digitale versie van de zeefdruk (als NFT, non fungible-token waarvan de unieke identiteit en eigendom worden geverifieerd via een blockchain) geveild. Dat bracht meer dan het drievoudige op (394.000 dollar) van het bedrag waarvoor het was aangekocht.
Het werk van Banksy viel eerder ten prooi aan destructie. In 2018 activeerde de kunstenaar, als kritisch commentaar op de kunsthandel, tijdens een kunstveiling zelf een papierversnipperaar. Deze was verborgen in de lijst van zijn werk. Dit Meisje met de ballon is in half-versnipperde staat ironisch genoeg nóg meer waard dan voor haar destructie. Dat er door BurntBanksy goed is gekeken naar Banksy zelf, wordt overigens pijnlijk duidelijk in het YouTubefilmpje, waarop de vandaal van dienst een trui met de print van het Meisje met de ballon draagt.
Verbrand, vergaan
De verbranding van de zeefdruk gaat nog een stap verder dan Banksy’s eigen iconoclasme. Voor het eerst wordt een werk volledig vertaald in code, het is getransformeerd tot ‘authentieke’ enen en nullen. Door de vernietiging van het object zelf is het ontdaan van zijn materialiteit en bestaat het alleen nog maar in conceptuele vorm in de digitale wereld. about:blankhttps://acdn.adnxs.com/dmp/async_usersync.html
BurntBanksy heeft echter de materialiteit, de fysieke eigenschappen van het werk niet vastgelegd in de broncode. Daaruit blijkt dat het collectief niet artistiek was gemotiveerd, maar vooral vlug geld wilde verdienen; naar eigen zeggen om die opbrengst te schenken aan een niet nader gespecificeerd ‘goed doel’.
Een digitaal plat plaatje doet geen recht aan het materiële levensverhaal van het kunstwerk. Door de gebrekkige vastlegging van het object en door de vernietiging van het origineel kan hier van een volledige transformatie dus geen sprake zijn. De koper van de Banksy-NFT heeft een zwaar beschadigd duplicaat gekocht, vergelijkbaar met een kopietje van het kopieerapparaat.
Cowboys
Toch moet de waarde van de digitalisering van kunstwerken voor de kunstgeschiedenis, maar ook voor het brede publiek, niet worden onderschat. Het biedt niet alleen de mogelijkheid om het materiaal en de historische betekenis van het kunstwerk tot in de eeuwigheid te bewaren, maar het zorgt er ook voor dat de toegankelijkheid van kunst kan worden vergroot. We moeten er echter voor waken dat deze digitalisering wordt gekaapt door cowboys op de kunstmarkt en verwordt tot niets meer dan een lucratief verdienmodel, met alle destructieve gevolgen van dien.
De verbranding van Banksy’s kunstwerk is daarom een wake-upcall voor musea en kennisinstellingen. Er moet met grote spoed worden gewerkt aan een internationale gouden standaard voor digitaliseringsprojecten, waarin wordt vastgelegd aan welke minimale eisen een digitale versie van een kunstwerk moet voldoen en hoe daarnaast de materialiteit en de driedimensionaliteit van een werk in het digitale model wordt verwerkt.
Verder is het enige wapen in handen van de kunst-cowboys het NFT, het digitale eigendomsbewijs. Door de gedigitaliseerde kunstwerken als open data beschikbaar te stellen aan het brede publiek, wordt dit wapen ze uit handen genomen.
Alleen op deze wijze kunnen wij ons erfgoed in zowel de stoffelijke als in de digitale wereld beschermen en ervoor zorgen dat het iconoclasme van BurntBanksy tot dit ongelukkige geval beperkt blijft.
Sanne Frequin is docent kunstgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht.
Liselore Tissen is promovendus technische kunstgeschiedenis aan Universiteit Leiden en TU Delft.
Geef een reactie