Al veertig jaar wordt strijd geleverd rondom landgoed Amelisweerd. Deze buitenplaats wordt al die jaren bedreigd door de oprukkende snelwegen die het verkeer in en rondom Utrecht in goede (en vooral snelle) banen moet leiden. Het ziet ernaaruit dat aan dit slagveld een nieuw front moet worden toegevoegd: Museum Oud Amelisweerd.

Het landhuis is in 2014 met geld van de gemeente en diverse fondsen gerestaureerd en opengesteld voor bezoek. Iedereen kan dus nu genieten van de prachtige Chinese behangsels die door de VOC in de achttiende eeuw naar Nederland zijn vervoerd voor toenmalig bewoner baron Taets van Amerongen. Ik kende de behangsels al, in de tijd dat er nog studenten in het landhuis woonden ben ik er eens rondgeleid. Maar toen ik er afgelopen zondag na enkele jaren weer mee oog in oog stond was ik zo mogelijk nog meer onder de indruk. De exotische vogels, jagers te paard en de heuse drakenbootrace waren in de achttiende eeuw maar zijn ook nog voor de hedendaagse bezoeker (‘Mama, kijk, wat een mooie bootjes!’) een lust voor het oog.

Niet alleen de behangsels zijn prachtig gerestaureerd en geconserveerd. Ook het landhuis zelf is in oude luister hersteld. Je voelt de verbinding tussen binnen en buiten. Vanuit het huis zie je de Kromme Rijn stromen en hoor je de bomen van het bos ruisen. Dat is een buitenplaats, tot rust komen in de natuur, weg van de hectiek van de stad. Dat gold voor de achttiende eeuw, maar is –heel knap– dus ook nog voor de hedendaagse bezoeker voelbaar.

Het landhuis huisvest momenteel het Armando Museum. Ik bezocht zondag de tentoonstelling Stephan Vanfleteren & Armando (verlengd tot 25 september, ga dat zien!). Ik moet eerlijk toegeven dat ik (als kunsthistoricus van de middeleeuwen) wat huiverig was voor de combinatie moderne kunst en het oude pand. Ik kon er niet verder naast zitten. Armando past Amelisweerd als een handschoen. Zijn werken komen tot hun recht in de verstilde ruimtes en conflicteren nergens met decoratieve elementen van het gebouw. Ik kan me dan ook levendig voorstellen dat Vanfleteren besloot dat dit pand en deze kunstenaar nieuw werk verdienden. De tentoonstelling begint met de handschoen van de schilder, gefotografeerd door Vanfleteren. Hij neemt hier letterlijk de handschoen op. In elke kamer reflecteert Vanfleteren op het werk van Armando en op de buitenplaats. Hoogtepunt voor mij was de laatste zaal met de gevonden en geschoten beesten. Alsof ik een zeventiende-eeuws stilleven binnenwandelde. Maar ook de naakten (een verwijzing naar de maîtresse van koning Napoleon die hier een tijd woonde) en de badende huismeester, kopje onder in het koude water van de Kromme Rijn, zijn stuk voor stuk ijzersterke beelden.

Foto: Servaas Belle

De intentie van dit stuk is echter niet een tentoonstellingsrecencie te schrijven. Zoals bovenstaand al blijkt is dat niet mijn forte. Laat mij maar genieten van het beeld en de locatie. En daar wringt de schoen, om maar even in de thematiek te blijven. Want, het cliché dat alles van waarde weerloos is dreigt ook voor dit prachtige museum op te gaan. Want ondanks het positieve advies (‘subsidiabel met prioriteit’) van de Adviescommissie Cultuurnota 2017-2020 dreigt de gemeenteraad in Utrecht dit museum geen subsidie toe te kennen. Voor de exacte cijfers verwijs ik graag naar de website van het MOA. Ik wil hier volstaan met een heel groot ?. Want waarom een vermogen investeren in deze plaats, als je niet de intentie hebt om dit museum te blijven ondersteunen? Iedere idioot kan toch bedenken dat een museum waar, door de kwetsbaarheid van de zalen geen inkomsten genererende evenementen kunnen worden georganiseerd en waar geen eigen horeca gelegenheid is, zelf de broek niet kan ophouden? Het gaat om 75.000 euro. Ter illustratie, filmtheater ’t Hoogt ontvangt een bedrag van meer dan vier ton. Niets ten nadele van de film, maar laten we de boel even in perspectief plaatsen. Er dreigt hier een ramp, en dat is geen woord overdreven. Een unieke plek van onschatbare culturele waarde dreigt verloren te gaan. Landgoed Amelisweerd bestaat uit meer dan de bomen en de beestjes. Het landhuis en het koetshuis maken hier onlosmakelijk deel van uit. Laten we dus met zijn allen heel hard hopen dat de gemeenteraad in november op andere gedachten komt. En zo niet dan zit er niets anders op dan ons aan ‘der Vogel’ van Armando op het dak van het landhuis vast te ketenen. Is weer eens wat anders dan vastzitten aan een boom.